Oefening: teken de volgende stappen als voorbereiding voor een goede paardensprong
Stap 1: teken een ‘modelpaard’ van opzij na van een van de vereenvoudigde skelet-tekeningen. Begin met een flink vierkant (bijvoorbeeld 15 x 15 centimeter) en een lijn door het midden (hier voor de duidelijkheid rood). Gebruik daarvoor een liniaal.
Stap 2: trek jouw modelpaard een keer over (tegen het raam op een heldere dag of anders op een lichtbak) zodat je het origineel kunt bewaren.
Stap 3: knip de kopie van jouw modelpaard in losse delen, op plekken waar het paard kan bewegen (afbeelding) en leg de losse stukken op een nieuw papier in een houding die je mooi vindt, bijvoorbeeld een steigerend paard (afbeelding).
Stap 4: Trek de omtrek van het paard in de door jou gekozen houding voorzichtig om.
Stap 5: In de volgende voorbeelden is een realistische paardensprong getekend. In de afzet is het skelet van het paard nog te zien. De drie rode lijnen geven de hoogte van de borst tijdens de sprong aan. Teken eventueel met hulp van de uitgeknipte lichaamsdelen één van de drie houdingen. In de sprong van links naar rechts zie je nauwelijks iets van de linkerbenen; die kun je dan als laatste tekenen. Vice versa in de sprong van rechts naar links. Verzin iets waar jouw paard overheen springt: een muur, huizen, auto’s, water, een afgrond enz. Natuurlijk mag je het paard een ruiter geven!
In de volgende tekening van een leerling roept de ruiter van alles maar hij kan natuurlijk totaal niet paardrijden. De paardensprong eindigt tegen een muur! Gelukkig is het paard sterk en kan het nog gewoon “AUW” zeggen. De muur begint het door de botsing wel te begeven; er zitten al barsten in en aan de andere kant laten stukken steen los.
Om zo’n botsing te voorkomen kun je jouw paard ook vleugels geven zoals het paard Pegasus uit de Griekse mythologie. Leer meer over fabeldieren in de les Dieren, hoofdstuk 1, niveau 3.
Pegasus (getekend door Mary Hamilton Frye).