Oefening 1: Teken een eigen linker- of rechterschoen van opzij na. Zet de schoen op een tafel voor je neer (zo mogelijk op ooghoogte). Teken eventueel eerst heel licht de vorm van een blote voet van opzij (hoofdstuk 1).
Oefening 2: Zet een nagetekende of zelf verzonnen schoen in een gefantaseerde omgeving. Hier een paar voorbeelden van jonge leerlingen ter inspiratie.
EXTRA 1: Stel je voor dat een van je schoenen/slippers/pantoffels kwijt is, misschien per ongeluk ergens achtergelaten. Fantaseer in een paar losse tekeningen of stripje over een reis van je schoen op zoek naar zijn maatje.
EXTRA: Teken of schilder een sequentie van drie close-ups van voeten met schoenen die ergens staan of lopen. Gebruik een extreem laag standpunt (afbeelding). In elk shot zijn de voeten een beetje van plek veranderd waardoor de ondergrond/achtergrond er weer net iets anders uitziet. Zorg voor een beeldende eenheid in de shots (= dat ze wat betreft kleur en compositie/vlakverdeling bij elkaar passen). Je kunt er ook een foto-opdracht voor jezelf van maken. Je hebt dan natuurlijk wel een model nodig.