Met verschillende manieren van arceren kun je het oppervlak van een object verschillende texturen geven, bijvoorbeeld ruw, glad, harig, sponsachtig of stekelig. Hier is dat gedaan met bollen. Ook de omtreklijnen zijn aangepast aan de manier van arceren. Zo worden sommige bollen aaibaar en anderen stekelig.
Oefening 1: Teken een of meer van de bollen met schaduw na. Houd de omtrek van de bol aan de lichte kant zo blond mogelijk. Met potlood maak je schaduwen donkerder door harder te drukken en eventueel langer door te gaan. Lijnen met een fineliner of pen met onverdunde (oost-indische) inkt zijn altijd even donker. In dat geval worden de arceringen donkerder naarmate de puntjes, streepjes, kringeltjes dichter bij elkaar komen te liggen (afbeelding).
De illustrator E. H. Shepard tekende het beroemde beertje Winnie the Pooh. De schaduw arceringen en omtreklijnen passen hier mooi bij de wollige vacht.
Winnie the Pooh (1926) (vrij naar E.H. Shepard)
Oefening: teken dit knuffelkonijn na. Probeer een arcering uit die past bij zijn aaibare wollige vacht. Strakke omtreklijnen passen er sowieso niet bij.
In een tekening kun je ook kiezen voor een manier van arceren die helemaal niet bij de figuur past, zoals een harige slang of gebouwen met vreemde texturen. Bij driedimensionale ronde vormen zoals de harige slang zijn de overgangen tussen licht en schaduw vaag. Bij driedimensionale vormen met platte vlakken zoals de gebouwen is een vlak hetzelfde van toon.
Oefening 2: Teken nogmaals het knuffelkonijn en gebruik nu een arcering die helemaal niet past bij een aaibare knuffel.
Maurice Sendak maakte zijn Maxi monsters heel aaibaar door hun gearceerde wollige vacht. Natuurlijk helpt het ook dat ze allemaal zo vriendelijk kijken.
Hetzelfde spanningsveld tussen schattig en griezelig geldt voor Labubu, een door de Hong Kongse kunstenaar in 2015 Kasing Lung gecreëerd monstertje, verkrijgbaar als sleutelhanger. Zijn zachte wollige vacht ziet er aaibaar uit maar zijn uitdagende blik en scherpe tandjes niet.
De invloed van textuur (het voelbare oppervlak) is goed te zien aan het kunstwerk ‘Rabbit’ van de Amerikaanse kunstenaar Jeff Koons. Een opblaasbaar speelgoedkonijn is hier uitgevoerd in roestvrij staal, hard, glad en spiegelend, en verliest daardoor alle aaibaarheid. Daarbij komt dat het konijn veel groter is (ruim een meter hoog!) dan een echt- of speelgoed konijn waardoor het er eerder ‘inknalt’ dan dat het misschien tedere gevoelens oproept.