Stillevens in de kunst zijn getekende, geschilderde of gefotografeerde bewegingloze objecten, meestal in een groepje. Het tekenen van stillevens naar de waarneming wordt vaak beschouwd als een basis voor het ontwikkelen van tekenvaardigheden.
Morandi schilderde zijn hele leven stillevens van alledaagse voorwerpen. Hij besteedde veel aandacht aan de composities, oftewel hoe de voorwerpen zo te plaatsen dat ze een mooi compact groepje vormen: in het voorbeeld staan de voorwerpen van rechts naar links half voor het voorwerp erachter. Aan de linkerkant wordt dat patroon weer opgeheven door het kleine ronde voorwerp vooraan. De diagonale randen van de tafel versterken die compositie. Zijn stillevens zien er door hun eenvoud, zachte kleuren en schaduwen heel rustig uit. Morandi kiest graag voorwerpen zonder al te veel frutsels, zonder opdruk zoals letters en afbeeldingen. In het voorbeeld zijn het vooral ronde vormen met vanaf dit standpunt gezien ovale openingen. De schilderwijze is vrij losjes; je kunt nog best goed zien hoe de verf is opgebracht en de omtrek van de objecten is nergens heel strak. Hierdoor krijgen de harde aardewerken voorwerpen toch iets zachts. De schaduwen op de voorwerpen en de tafel ontstaan door zijlicht van links en maken de voorwerpen mooi plastisch (suggestie van rondingen, bolle en holle delen/bijna kneedbaar).
Oefening 1: Om te oefenen met zo eenvoudig mogelijke voorwerpen zet je bijvoorbeeld twee of drie wc rol kokers (of kopjes, bekers, vaasjes, kommen) op zo’n manier voor je neer dat ze elkaar deels overlappen. In mijn voorbeeld heb ik gekozen voor twee staande en een liggende wc rol kokers. Voeg eventueel schaduw toe (in het voorbeeld met licht van rechts). Zorg ervoor dat de ovalen rond zijn en nergens puntig.
Hier drie stillevens van leerlingen van ca. 9-10 jaar.
Oefening 2: stel een klein stilleven samen en teken uitsluitend rechte (hulp)lijnen die de voorwerpen met elkaar verbinden en om richtingen en breedtes aan te geven. Het is als of je als een spinnetje overal draden trekt. Zo train je jezelf in het zien van de posities en proporties van de voorwerpen ten opzichte van elkaar, zonder je druk te maken over gelijkenis en details. In de foto laat ik zien wat voor lijnen ik bedoel. Het resultaat is een (abstracte) tekening die uitsluitend bestaat uit losse lijnen. Voor het werken met hulplijnen zie Handige tekentips deel 2, hoofdstuk 2, niveau 3.
Oefening 2: Stel een klein stilleven samen en teken in plaats van contouren (= omtreklijnen) nu alleen de schaduwen . Een hulpmiddel is om eerst een foto van jouw stilleven te maken (liefst op ooghoogte) en de foto te converteren naar grijstinten. Zorg voor licht van opzij als je de foto maakt, zodat je mooie schaduwen krijgt. Aan de lichtkant laat je de vormen zoveel mogelijk open. Laat ingewikkelde details weg (dat heb ik ook gedaan). Bedenk dat je geen foto aan het maken bent maar een tekening. Geef jezelf de rust en ruimte om af te wijken van de foto. Zie eventueel de les Schaduw, hoofdstuk 1, niveau 1.
Oefening 3: leg één volle of halfvolle rol wc papier voor je op tafel . Bedenk variaties door een strook vellen die niet meer strak is opgerold in verschillende houdingen te leggen (voorbeeld). Begin licht met de basisvorm van de rol. Controleer goed de richtingen van de losse papierstrook. Zie Handige tekentips deel 2, hoofdstuk 2, niveau 3.