Ik heb mijn leerlingen in een examenklas gevraagd foto’s te maken van uitzichten met een sterk lijnperspectief en die foto’s vervolgens na te tekenen. De truc was om in hun foto’s de horizon, een of meer verdwijnpunten en vluchtlijnen te vinden. Ze konden daarna ook een eigen uitzicht met diepte verzinnen. Ik laat wat resultaten zien.
In volgende tekening ligt het verdwijnpunt hoog in de lucht. We staan of liggen hier midden tussen wolkenkrabbers en kijken recht omhoog. Heel vaag zie je nog de hulplijntjes die door deze leerling zijn gebruikt.
Sommige leerlingen hebben een verdwijnpunt links of rechts aan de horizon gekozen. Het heet dan diagonaal-perspectief.
De volgende fantasie is een kale gevangeniscel. Voor toch nog wat uitzicht en een beetje frisse lucht is een opening in de achterwand getekend waardoor je naar buiten kunt kijken, waar de zon (tegelijk het centrale verdwijnpunt aan de horizon) over het water schijnt.
Tenslotte een tekening waarin twee handen een ovaal venster hebben geopend. Aan de andere kant zien we twee wolkenkrabbers tegen een nachtelijke hemel. Probeert deze persoon te ontsnappen of nodigt hij ons uit in de nacht?
Extra:
maak een foto van een uitzicht in jouw omgeving (binnen of buiten) met een duidelijk lijnperspectief. Probeer in jouw foto de horizon en een verdwijnpunt te vinden . Je kunt de kale constructie eerst een keer overtrekken of natekenen en daarna een nieuwe tekening ermee maken door bijvoorbeeld details in te vullen en/of vlakken in te kleuren. De tekening hoeft niet precies te lijken op jouw foto, je mag altijd dingen weglaten, toevoegen of veranderen.
Let op dat het kader waarin je gaan tekenen dezelfde lengte-breedte verhouding heeft als de foto.