In het echt is een weg (of bijvoorbeeld een brug, gang, landingsbaan, spoorweg of kanaal) in de verte natuurlijk even breed als dichtbij. Toch lijkt een weg in de verte steeds smaller te worden. Dat is erg mooi te zien op een foto van sporen in de sneeuw (bron: NOS 23-11-2024).
In een perspectieftekening komen de lijnen die in werkelijkheid evenwijdig lopen daarom steeds dichter bij elkaar te liggen tot ze uiteindelijk samenkomen in een verdwijnpunt aan de horizon, op de foto nog achter de boompjes in de verte. Voorbij de horizon kunnen we de weg niet meer zien.
Oefening 1: Teken zo licht mogelijk een weg naar de horizon. Dat kan met gebruik van een liniaal (links) maar ook uit de losse hand, zodat je het kan laten lijken op land of water (rechts). Teken dit soort perspectieftekeningen in een kader/frame. Daardoor lijkt het of we door een venster naar de verte kijken.
De regel is: “Alle lijnen die in werkelijkheid evenwijdig/parallel/in dezelfde richting lopen, komen in een perspectieftekening samen in hetzelfde verdwijnpunt.” Dat geldt dus ook voor geluidswallen, muren, heggen of hekken aan weerskanten van de weg. Door de verticale lijnen in de ‘geluidswallen’ verder weg steeds iets dichter bij elkaar te tekenen heb ik het diepte-effect versterkt.
In de volgende tekening heb ik op de weg drie staande figuren toegevoegd, alle drie met hun hoofd precies op onze ooghoogte. Bekijk eens de man rechts vooraan: door vanaf zijn voeten een hulplijn naar het verdwijnpunt te tekenen kon ik makkelijk bepalen hoe groot de vrouw op een bepaalde plek achter hem moest worden (ervan uitgaande dat zij in werkelijkheid ongeveer even lang is).
Oefening 2: Teken een weg/brug/lange gang met wanden/hekken/heggen en plaats twee of meer figuren zo dat het perspectivisch redelijk klopt. Voeg verder toe wat je wil.
In de volgende tekening heb ik de afstand tussen de segmenten op de linkerwand uit de vrije hand getekend, verder weg steeds wat dichter bij elkaar. Meestal werkt dat uitstekend voor het diepte effect. Als je toch wil weten hoe je een muur/schutting/gevel perspectivisch correct in gelijke stukken kunt verdelen, bekijk dan de volgende meetkundige truc die ik stap voor stap zal uitleggen.
Oefening 3: Bekijk de wand aan de rechterkant. Voer de volgende stappen uit met gebruik van een liniaal:
Stap 1: kies op het oog een ruime afstand tussen de voorste twee verticale delen (A en A1) en teken van daaruit verticale lijnen tot de grond
Stap 2: meet het midden van de hoogte van de wand bij A (aangegeven met 1/2).
Stap 3: teken een lijn door het midden (1/2) naar het verdwijnpunt.
Stap 4: teken een lijn vanuit A door het snijpunt van de 1/2-lijn en de verticale lijn uit A1.
Stap 5: waar deze lijn de weg raakt (hier aangegeven met B), teken je de derde verticale lijn. Je hebt nu twee gelijke delen.
Stap 6: herhaal hetzelfde van A1 naar B1, enz.
EXTRA: Natuurlijk kun je perspectieftekenen op elk gewenst moment weer parkeren. Sluit deze les af door allerlei objecten willekeurig boven, naast, onder of zelfs ondersteboven te tekenen. Gebruik het hele papier, niet alleen de onderkant. Breng kleur aan waar je maar wilt.
Suggestie voor een groepsopdrachtje (eventueel na het samen bekijken van deze laatste tekening):
Eén persoon geeft de rest van de groep een tekenopdracht: eerst noemt hij/zij vijf ingrediënten die elk een of meerdere keren in de tekening van de anderen moeten voorkomen. Voeg de volgende instructies toe: “Alles mag boven, onder, naast elkaar en zelfs ondersteboven worden geplaatst. Vul het hele papier met de tekening (niet alleen de onderkant) en kleur alleen in wat je wilt.” Vergelijk tot slot de resultaten en laat de volgende keer iemand anders uit de groep de ingrediënten bepalen.