Hoofdstuk 2 | DE HORIZON
De horizon zie je het mooist als je vanaf de kust of een schip uitkijkt over zee. Die overgang in de verte tussen de zee en de lucht ligt altijd precies op jouw ooghoogte! In de eerste tekening staat een figuur met zijn hoofd precies voor onze horizon en dus precies op onze ooghoogte.
De zeeslang in het volgende tekeningetje lijkt een reusachtig monster omdat hij vlak onder de horizonlijn uit het water oprijst, ver weg dus.
Oefening 1: teken een horizonlijn en een figuur die uitkijkt over zee of land. Verzin een ander reusachtig ding/monster in de verte.
Meestal zien we de horizon helemaal niet omdat er in onze directe omgeving van alles voor staat. Toch ligt de horizon er altijd, ergens ver weg achter al die dingen, in de richting waarin we kijken! In de volgende tekening moet dezelfde figuur nog 2 kilometer naar het strand lopen om de horizon (hier de rode lijn) weer te zien. Bijna alle objecten worden ‘afgesneden’ door het kader waardoor het lijkt of de ruimte buiten het kader doorgaat.
Oefening 2: teken een lichte horizonlijn met vooraan weer een figuur op onze ooghoogte. Teken objecten/gebouwen die de horizon helemaal verbergen. Gum aan het eind de horizonlijn uit.