Een jongeman komt thuis na een lange reis. Hij zwaait naar zijn vader die voor de deur van het huis staat. Als ik vader en zoon even groot teken lijken ze vanuit ons gezien even ver weg.
In de volgende tekening heb ik de zoon kleiner getekend. Hij kijkt nu verder weg dan de vader. Nu moest ik wel de vader een stukje naar links verplaatsen, zodat hij zijn zoon in de verte kan zien.
In de volgende tekening wordt nog duidelijker wie vanuit ons gezien dichtbij en ver weg is. De vader is zo dichtbij getekend dat maar een deel van zijn gezicht in het frame past. We zien zelfs zijn gezichtsuitdrukking, blij en verrast! Het is alsof we vlak achter hem staan en over zijn schouder meekijken. Zijn zoon staat van een behoorlijke afstand te zwaaien. De lijn in de verte zet beide figuren als het ware op de grond. Met het slingerlijntje laat nog iets beter de verbinding tussen de mannen zien.
Voor dit soort tekeningen met diepte wordt meestal een kader gebruikt (de rand om de tekening). Een kader lijkt op een venster waardoor we naar buiten of juist ergens naar binnen kijken. Kaders in de fotografie en film kunnen vaste beeldverhoudingen hebben zoals 2:3, 4:3 of 16:9 maar dat soort precieze verhoudingen zijn voor deze les niet belangrijk.
Oefening: teken in een kader een thuiskomst. Laat het tafereel dit keer zien vanuit het perspectief van degene die thuiskomt.