In de vorige hoofdstukken heb je de vorm van het hoofd en de schematische opbouw van een gezicht geoefend. In de volgende oefening werk je juist zonder schema’s vooraf. Het is een losmaak-oefening voor je tekenhand die van pas kan komen als je portret wil tekenen (ook handig voor landschap, modeltekenen etc.). Wat je nodig hebt is een spiegel en eventueel een onderlegger voor je papier (bijvoorbeeld hard karton), zodat je niet per se aan een tafel hoeft te zitten om te tekenen.
Oefening 1: Teken jouw spiegelbeeld na (hoofd, gezicht, nek en een stukje van de schouders) zonder tussendoor naar je papier te kijken. Houd je potlood niet te dicht bij de punt vast en blijf als het kan steeds in aanraking met het papier. Laat je potlood als het ware dwalen over je spiegelbeeld, soms wat harder, soms wat zachter. Het resultaat is altijd een verrassing en zeker geen glamour portret. Het grappige is dat je toch echt in die tekeningen verborgen zit, ook al lijkt het fotografisch totaal niet op jou. Herhaal deze oefening zo vaak als je wil, eventueel ook met andere onderwerpen en materialen. Uiteraard kun je jouw tekeningen achteraf bewerken als je dat leuk vindt.
Oefening 2: maak een selfie of een foto van iemand anders in close-up (hoofd, gezicht, nek en iets van de schouders). Probeer te zorgen voor licht van opzij. Verander de foto op je camera of computer in zwart-wit. Teken het gezicht van de foto eerst in lijn na (uiterst links). Roteer de foto dan 180 graden* (tweede van links). Ga de donkerste schaduwplekken invullen. Roteer vaker als je wil. Eindig met de ‘middentonen’ (alles tussen de lichtste en donkerste plekken).
*Door de tekening 180 graden te roteren kun je je beter concentreren op licht en donker in plaats dat je je fixeert op ogen-neus-mond.