Stel je bent binnen of buiten iets aan het natekenen. Hoe schuin of recht moet je die lijn of dat vlak tekenen? Tekenaars gebruiken een truc die ik je graag laat zien in drie oefeningen:
Oefening 1: houd je arm gestrekt voor je uit met het potlood precies langs een lijn in je omgeving. Doe één oog dicht en kijk naar de stand van je potlood (afbeelding). De richting van je potlood bepaalt hoe schuin je de lijn op je papier moet trekken, in mijn voorbeeld het schuine dak van een gebouw. Probeer dit uit met een object in je omgeving.
Oefening 2: Zo kun je ook de positie van van lichaamsdelen ten opzichte van elkaar inschatten, zoals het hoofd ten opzichte van de voeten bij iemand die op de grond zit. Dit helpt enorm bij modeltekenen of de positie van objecten ten opzichte van elkaar. Probeer het uit met personen of objecten in je omgeving.
Oefening 3: de truc is bijna onmisbaar bij (perspectivische) lijnen die van je weglopen naar de verte, zoals de lijnen van een straat. Zorg er dan wel voor dat je potloodpunt niet ongemerkt naar de verte wijst. Houd je potlood altijd parallel aan een denkbeeldige glasplaat tussen jou en het onderwerp. Vergeet niet één oog dicht te doen. Probeer dit uit met perspectivische lijnen in je omgeving.
HET KAN OOK MET EEN ZOEKERTJE
Door de ‘lensopening’ van het zoekertje zie je snel in welke richting een lijn loopt. Dat is vooral makkelijk bij perspectivische lijnen zoals in het voorbeeld.
Het bepalen van de richting van (perspectivische) lijnen met een zoekertje