Het tekenen van een sierlint gaat op dezelfde manier als een wapperende vlag. Schilders lieten ze graag kronkelen zodat ze er zwierig uitzien en ook om te showen hoe goed ze konden tekenen. In de kunstgeschiedenis bevat zo’n sierlint meestal een naam of spreuk.
Oefening 1: teken een of meer van de volgende sierlinten na. Het bovenste lint ziet nog heel plat en stijf uit maar naar onderen worden ze steeds zwieriger. Volg bij elk lint stap 1 t/m 3.
Stap 1: teken eerst de doorlopende slingerlijn. Soms zit die S-lijn aan de bovenkant, soms aan de onderkant.
Stap 2: teken verticale lijnen (voor de breedte van het lint) precies op de plekken waar de S-lijn van richting verandert en waar het lint uiterst links en rechts eindigt. Zorg dat het lint overal even breed blijft.
Stap 3: Maak het lint af. Maak de bochten mooi rond, dus geen scherpe hoeken. Schrijf eventueel een naam of spreuk op het voorste gedeelte van het lint.
Als je het sierlint wil kleuren zorg dan dat je duidelijk de voor-en achterkant verschillend kleurt
Oefening 2: teken de volgende gespiegelde linten na. De S-lijn loopt hier van boven naar beneden (of van beneden naar boven als je wil). Let op dat de zijkanten steeds recht zijn anders lijkt het lint bol.
Soms maakt een sierlint deel uit van een embleem/beeldmerk zoals dat van de Engelse voetbalclub Liverpool. In het sierlint staat EST.1892. EST is de afkorting van ‘established’ en betekent dat de club is opgericht in 1892.
Oefening 3: ontwerp een eigen embleem met een sierlint voor iets of iemand die voor jou belangrijk is, bijvoorbeeld een naam, mens, dier of club.
EXTRA: de laatste oefening uit dit hoofdstuk is voor hard-core tekenpuzzelaars. De volgende twee linten draaien om elkaar heen en let op: de S-lijn is niet doorlopend! In dit geval is het handig om eerst twee verticale hulplijnen te trekken zodat de breedte overal hetzelfde blijft. Het rechter voorbeeld is geschilderd op bruin karton. In kleur is het belangrijk dat de linten een duidelijke voor- en achterkant hebben.