Hoofdstuk 1 | DOEKEN EN KLEDING
Hangende doeken.
Golvende S-lijn onderaan een hangende stof, zoals bij een gordijn.
In de volgende voorbeelden zie je hoe een doek of kleding om iets ronds heen past zoals een nek of arm of om een buis.
Oefening 2: Probeer elk voorbeeld na te tekenen.
In de volgende voorbeelden zijn er plooien bij getekend.
Oefening 3: Probeer ook de volgende voorbeelden na te tekenen.
Bij een mouw van een overhemd, trui, jas of een broek zie je allerlei plooien ontstaan, zeker als de arm of het been buigt. Stof is nu eenmaal geen metaal of hard plastic. Goed om op te letten als je zoiets tekent.
Mouw van een jas.
Broek.
Als kleding samengebonden wordt door een ceintuur, gesp of knoop ontstaan aparte plooien. Je ziet dat ook vaak in beelden van Romeinse keizers. Let op hoe de kleding om het lichaam heen zit en bij de Romeinse keizer achter de nek verdwijnt.
