Tot slot van deze les over de mensfiguur laat ik je iets vreemds zien, namelijk de manier waarop Egyptische farao’s werden getekend. Kijk eens goed naar de figuur en probeer om zelf in die houding te gaan staan: hoofd van opzij, bovenlichaam naar voren en de benen en voeten van opzij in dezelfde richting. Als ik het probeer moet ik mij aan iets vasthouden, anders val ik om.
Waarom beeldden de kunstenaars hun farao in zo’n vreemde houding af?
Het antwoord heeft te maken met het geloof dat alle lichaamsdelen zo duidelijk mogelijk (en zonder perspectivische verkortingen) moest worden afgebeeld omdat de farao anders na zijn dood niet goed in het hiernamaals terecht zouden komen. Daarom zijn de voeten van opzij getekend en zijn beide armen zichtbaar. De kunstenaars gebruikten ook een systeem om te zorgen dat alle maten en verhoudingen precies klopten. Stel je voor dat de farao in het hiernamaals wakker wordt met te korte armen of benen! Hier is dat gedaan met vierkante hokjes, 19 vierkante hokjes van boven naar beneden en 10 van links naar rechts. De voet meet ruim drie hokjes en de hand twee. Dit soort kunst werd duidelijk niet gemaakt om thuis aan de muur te hangen of in een museum te bekijken maar om het graf van de farao te versieren, diep onder de grond of ergens midden in een piramide.
De vrouw van de farao.
EXTRA: Teken een farao en/of zijn vrouw in die typische farao-houding. Als je het leuk vindt kun je gebruik maken van de hokjes van 1 x 1 cm. Als je de tekening twee keer zo groot wil maken maak je elk hokje 2 x 2 cm. in plaats van 1 x 1 cm. (zie voor uitvergroten ook Handige tekentips deel 1, hoofdstuk 6, niveau 1). Het is mooi om dit lekker groot te tekenen en in te kleuren. Als je samen met iemand anders de maten afspreekt kun je de farao en zijn vrouw misschien naast elkaar tentoonstellen.