Een van de beroemdste pioniers van de collage is de Duitse schilder Max Ernst (1891-1976). Hij hield ervan surrealistische droombeelden te creëren.
Terry Gilliam, regisseur van de beroemde Engelse komische serie Monty Python, gebruikte vaak surrealistische collages als uitgangspunt voor animaties.
De Zwitserse kunstenaar Kurt Schwitters (1887-1948) maakte collages van allerlei (afval)materialen in verschillende lagen. Een mooi voorbeeld hoe alles gebruikt kan worden voor collages. Schwitters was hier waarschijnlijk vooral bezig met (een compositie van) kleur: aardetinten (zoals zand) met accenten van rood en blauw en een vleugje groen.
De Italiaanse Futurist Carlo Carra (1881-1966) maakte in 1914 deze zeer ingewikkelde collage van kaartjes en krantenknipsels die in cirkels om elkaar heen lijken te draaien.
De pop art kunstenaar Richard Hamilton (1991-2011) maakte deze ironische collage over alles wat een moderne huiskamer in de jaren 50 aantrekkelijk kan maken. Hij maakte er prints van op klein formaat. De dieptewerking/het perspectief in deze ongelofelijk precies uitgevoerde collage is heel ingenieus.
Sommige kunstenaars houden er van om ons oog te bedriegen. De laatste afbeelding is een zogenaamde ‘Trompe l’oeuil’ (gezichtsbedrog): het lijkt een collage maar het is echt helemaal geschilderd, op zo’n virtuoze manier dat het echt een collage lijkt, inclusief de scheurrandjes rondom de figuur van de vrouw.