Oefening 1: Teken de takjes met één of meer blaadjes na.
Oefening 2: Teken een keer een echt blad na van een plant, struik of boom. Ik heb een blad van de klimop (Hedera) gekozen die vrijwel overal groeit. Ik ben niet met de omtrek begonnen maar heel licht met de vijf bladnerven die vanuit de tak naar de verst gelegen uiteinden wijzen als de wijzers van een klok. Met wat schaduw en/of kleur is het leuk om het blad steeds iets levendiger te maken.
DE KUNST VAN HET VEREENVOUDIGEN:
Het is niet te doen en ook niet nodig om alle bladeren in een boom te tekenen alsof elk blad voor je op tafel ligt. Het zijn er ook veel teveel. Je wil natuurlijk wel de suggestie geven van bladeren. Vereenvoudigen is dan de kunst. Striptekenaars kunnen dat heel goed. Hier een stripachtig voorbeeld van een kleine groep bladeren die elkaar overlappen.
Oefening 2: Teken zo’n groepje bladeren in de striptekenstijl. Je kunt de blaadjes ook spitser maken.
Oefening 3: teken een boom met een bladerdek van dit soort groepjes bladeren. Het maakt niet zoveel uit waar je begint met een groepje. Laat de groepjes verschillende kanten uitwijzen. Wissel een beetje af tussen harder en zachter drukken met je potlood.
Oefening 4: Bij de volgende bomen is vooral de bladachtige omtrek belangrijk. Daarbinnen hoef je dan nog maar weinig te tekenen. Teken een of meer van deze drie soorten bomen na.