Vanuit de stam groeien eerst de armen van een boom. Uit de armen groeien de takken tot uiteindelijk de allerfijnste takjes.
Ik laat je eerst een eenvoudige manier zien hoe je een stam in twee armen splitst en daarna een arm in twee takken. Eerst splits je de stam in twee armen (links). Daarna splits je elke arm in twee takken. Zo kun je steeds verdergaan. Bij elke splitsing worden de takken dunner.
Oefening 1: Probeer dit na te tekenen.
Het splitsen van armen en takken.
Oefening 2: teken meer armen voor en achter elkaar langs, lekker ingewikkeld (links). Er zijn natuurlijk bomen die heel anders groeien (rechts).
In oude Japanse tekeningen zag ik een slimme en prachtige manier om armen en takken te tekenen als golven. Hier zie je in stappen onder elkaar hoe dat kan. Uit elk topje of dalletje van een golf groeit een nieuwe golf. Aan het eind verbind je de golven zodat het echt lijkt. Als je in de buitenlucht naar bomen kijkt ga je dit vast herkennen.
Oefening 3: Probeer in de volgende vier stappen na te tekenen hoe een tak golft en zich verder splitst.
Teken iedere stap voordat je naar de volgende stap gaat.
‘Japanse’ armen en takken in een golfbeweging.
Elke boom is weer anders en er bestaan zoveel soorten dat een tekenaar er zijn leven lang mee bezig zou kunnen zijn. Je hebt smalle, hoge, sierlijke, jonge, oude bomen en zelfs bomen waarvan de takken bijna net zo breed uitwaaieren als een voetbalveld. Als je eenmaal de basis hebt geleerd, kun je verschillende soorten bomen tekenen zoals de klimboom hieronder.
Oefening 4: Als je zelf een boom zou mogen verzinnen, hoe zou die er dan uit zien?