Teken je wel eens bergen? Hoe zien jouw bergen eruit als je ze tekent? Een beetje zoals in de drie voorbeeldjes?
De top van een berg ligt alleen niet altijd precies in het midden (nummer 4).
Oefening 1: Teken een type berg zoals nummer 5 na. De truc is om de berg met een ‘bibberhand’ te tekenen. Maak kleine schokjes met je tekenhand en je zult zien dat de berg al gauw rotsachtig begint te lijken. Een echte berg is in miljoenen jaren zo gemaakt en zeker niet zo strak als het dak van een huis.
Oefening 2: Om een berg wat meer volume te geven kun je schaduw toevoegen aan de linker- of rechterkant. Teken de vier modelletjes (nummer 6) met schaduw na. In de rotsachtige berg rechtsonder is weer de ‘bibberhand’ gebruikt.
Oefening 3: Om te laten zien dat je naar een berg toe kunt lopen en hem beklimmen (of er vanaf skiën) kun je kronkelige lijnen tekenen vanuit de top en andere hoge punten maar beneden. Teken eerst een berg zoals nummer 7 en voeg daarna de kronkellijnen toe zoals in berg nummer 8.
Oefening 4: teken schaduw langs de kronkellijnen (of bergkammen) zoals in berg nummer 9. Het lijkt nu echt een rotsachtige berg in de verte.
Oefening 5: je kunt op deze manier een heel berglandschap maken zoals figuur 10. Begin vooraan met lagere heuvels en daarachter steeds hogere heuvels en bergen. Je kunt schaduw erbij tekenen en/of de bergen een kleur geven. In de verte is blauw vaak mooi. Om de verste bergen nog verder weg te laten lijken kun je ze een beetje vaag tekenen.
In het echt zijn er geen twee dezelfde bergen. En de Dolomieten in Italië zijn weer anders dan de bergen in de Franse alpen of Noorwegen. Als je nog eens bergen ziet op een vakantie ga je de verschillen beter opmerken.
Naar aanleiding van deze les heeft een leerling uit groep 8 een berglandschap getekend. Hij vond het mooi om de ruïne van een kasteel erbij te tekenen zoals je dat ook wel eens ziet in oude landschapsschilderijen.