De carrosserie (het lichaam) van een echte auto wordt heel precies ontworpen. Over elk lijntje, elke ronding en elk detail is nagedacht door tekenaars. industriële vormgevers en ingenieurs. Het (na)tekenen van een auto is daarom best wel een precisiewerkje.
Oefening: kies een foto of getekend voorbeeld van een auto van de zijkant. Teken met gebruik van hulplijnen eerst heel licht de kale omtrekvorm, bepaal het midden (M) en de plek van de wielen. Daarna teken je de deuren en ramen en details. Let op dat de lijnen van de ramen en deuren vaak schuin en/of gebogen zijn.
Soms zijn ontwerpen zo origineel dat ze beroemd zijn geworden, zoals de Citroën DS uit 1955. Het ontwerp kreeg de bijnaam ‘De snoek’ vanwege de spitse voorkant en de ronde lijnen. Als je dit ontwerp wil proberen na te tekenen kun je beginnen met het deel zonder ramen en dak, het lijf van de snoek. Vooral de boog van de achterkant naar het voorste punt van de auto is bepalend. Let op dat de onderkant van de auto niet precies horizontaal loopt zoals de grond. Het voorste wiel is helemaal zichtbaar, het achterste wiel niet. Daarna teken je het raam en dak er bovenop en tenslotte de ramen en deuren.
Citroën DS 19, Bertoni en Lefebre, 1955